![]() |
Impara Lingue Online! |
![]() |
|
![]() |
|
| ||||
Daar is de dierentuin.
| ||||
Daar zijn de giraffen.
| ||||
Waar zijn de beren?
| ||||
Waar zijn de olifanten?
| ||||
Waar zijn de slangen?
| ||||
Waar zijn de leeuwen?
| ||||
Ik heb een fototoestel.
| ||||
Ik heb ook een video camera.
| ||||
Waar zijn de batterijen?
| ||||
Waar zijn de pinguïns?
| ||||
Waar zijn de kangoeroes?
| ||||
Waar zijn de neushoorns?
| ||||
Waar is het toilet?
| ||||
Daar is een café.
| ||||
Daar is een restaurant.
| ||||
Waar zijn de kamelen?
| ||||
Waar zijn de gorilla’s en de zebra’s?
| ||||
Waar zijn de tijgers en de krokodillen?
| ||||